Berichten voor Princenhage
  Nieuwsarchief
  Evenementen
  Zoek winkel of onderneming
  Uitgaan en eten
  Winkelen in België/Frankrijk
  Princenhage in foto's
  Kerkelijk leven, moskee
  Weerberichten
  RECLAMEFOLDERS
  Albert Heijn
  Aldi Supermarkt
  Dirk van den Broek
  Etos Princenhage
  ISPC-Hanos
  Jumbo
  Lidl Prinsenbeek en Breda
  Makro aanbiedingen
  Sligro folders
  Winkelhart Etten-Leur
  Apotheken
  Banken/geldautomaat/Mr Cash
  Bibliotheek, digitheek
  Brandweer
  Dierenzaken
  Dokters, geneesheren, tandarts
  Gas en licht, energie
  Links naar andere sites
  Gemeente, afval, zorg, vervoer
  Internet, WiFi
  Musea
  Onderwijs, kinderopvang
  Politie
  Postkantoor
  Sport / recreatie
  Televisie kijken
  Verenigingen, sociaal werk
  Wonen in Princenhage
  Wijkraden in de omgeving
  Wijkblad-Lapteen-De Stem
  Princenhage in een notedop
  Colofon
  Genealogie Kuipers
  Zonwering Breda Nooren van der Avoird

 

 

 


Leo Canjels, het 'Kanon van Princenhage' is overleden

Op 26 mei is de bekende Princenhaagse sportvedette Leo Canjels op 77 jarige leeftijd overleden.
 
'Het Kanon' zoals zijn bijnaam was deed deze naam eer aan als topscorer van de eredivisie met ballen van een onhoudbare snelheid in de jaren 58-59 als midvoor bij NAC. Hij knalde er in deze periode maar liefst 65 doelpunten in. Hij werd na zijn voetbalcarrière bekend als trainer bij NAC (65-71) en daarna bij diverse Belgische clubs.

Het Princenhaags museum wijdde in de tentoonstelling 'Sportvedetten uit Princenhage' een deel van de expositie aan Leo Canjels.

 

<-Leo Canjels


<-- Elftal van Nac, 1957. Leo staat midvoor.

Hoewel zijn voorganger Frans de Munck er niet in geslaagd was Club Brugge naar een Belgische landstitel te leiden, bleef het bestuur bij de Nederlandse school zweren met de aanwerving in 1971 van Leo Canjels (geboren op 1 april 1933, overleden op 26 mei 2010). De voormalige tweevoudige topschutter van de Nederlandse Eredivisie, die voor De Baronie en NAC Breda een behoorlijk pak goals had geproduceerd en aan zijn moordende trap de bijnaam “De Kanonnier” overhield, was 3 keer Nederlands A-international geweest. De ex-lesgever aan de trainersschool te Zeist was als coach klein begonnen bij Dongen (1962-63), Baronie (1963-64) en Internos (1964-65) en had er zes seizoenen bij NAC Breda opzitten (drie als assistent, drie als hoofdtrainer) toen hij in 1971 door Club Brugge naar België werd gehaald. Hij bracht in zijn kielzog Nico Rijnders (Ajax) en Wietze Veenstra (PSV) mee. Maar ook met Canjels aan het roer liep het aanvankelijk mis. Hoewel Club het seizoen sterk inzette en maandenlang op een kampioenenviering leek af te stevenen, werd het op de slotdag van de competitie '71-'72 alsnog door Anderlecht bijgehaald. Beide teams telden evenveel punten, maar de Brusselaars hadden één wedstrijd meer gewonnen. Die dramatische ontknoping inspireerde het Brugse bestuur om nog dieper in de geldbeugel te tasten. Met Ruud Geels, Ulrik Le Fèvre, Johan Devrindt en Georges Leekens als bijkomende sterkhouders haalde Club Brugge alsnog de landstitel van 1973 naar De Klokke. Club bouwde zonder groots te voetballen opnieuw een ruime voorsprong uit op Standard, maar geraakte gaandeweg weer in de wurggreep van de angst. De bekroning, na een 1-1 gelijkspel op het veld van Anderlecht, zorgde dan ook voor een immense vreugde. Wekenlang werd in Brugge de "eerste titel na 53 jaar wachten" gevierd. Lang mocht Leo Canjels van die triomf echter niet nagenieten. Ondanks de euforie die het behalen van de titel had teweeggebracht, werd het realistische voetbal van Club de coach niet overal in dank afgenomen. En toen Canjels in een interview met het Nederlandse blad Voetbal Internationaal het Brugse bestuur nogal op de korrel nam, werd hij zelfs prompt ontslagen. Een slag die hij slechts moeizaam te boven kwam. Canjels werd bij Club afgelost door zijn assistent Jaak de Wit en ging zelf voor de duur van twee seizoenen aan de slag bij Maastricht VV. In 1975 keerde hij terug naar ons land, om in de Belgische eerste en tweede klasse nog ruim twintig jaar lang een vertrouwd gezicht te blijven. Limburg werd een tijdlang zijn uitverkoren werkterrein. Bij Patro Eisden, toen in tweede klasse, stond hij twee seizoenen aan het roer. Met FC Beringen slaagde hij er vervolgens ook twee jaar op rij in de traditionele behoudsstrijd van de rood-zwarte liftploeg met succes te voeren. Onder Canjels was Beringen zelfs een stevige middenmoter, die het vooral Anderlecht telkens heel lastig maakte. Canjels mocht de verdienste opeisen dat hij Wilfried Van Moer weer dusdanig wist te motiveren dat de Waaslander zelfs terug in de nationale ploeg verscheen en de "revival" van de Rode Duivels onder bondscoach Guy Thys regisseerde. In 1979 stond Leo Canjels terug in Brugge, waar hij bij het uit tweede klasse teruggekeerde Cercle met overtuiging de erfenis van succescoach Han Grijzenhout op zich nam. Terwijl Grijzenhout met Club kampioen werd, hoopte Canjels bij Cercle de ambitie te kunnen verleggen. Even was er sprake van een Amerikaanse topsponsor voor groen-zwart en stond met de Fransman Didier Six de eerste superaanwinst al in Olympia, maar dat verhaal ging uiteindelijk niet door. Canjels kwam in nauwe schoentjes toen zowel Cercle als Club Brugge in 81-82 in de kelder van de rangschikking kampeerden. Het Cercle-bestuur haalde in de ultieme competitiefase zelfs Urbain Braems binnen om als "psycholoog" en wakend oog over de schouder van Canjels mee te kijken. Een behoorlijk vervelende situatie voor de fiere coach. Het hoefde dan ook niet te verbazen dat, eenmaal de redding een feit, Canjels de Cercle-deur achter zich toetrok. Bij KV Mechelen, naar tweede klasse gedegradeerd, was inmiddels ene John Cordier in de voorzittersstoel komen plaatsnemen. Die haalde Fons Bastijns als manager naar de Dijlestad, en het was de ex-kapitein van Club Brugge die zijn voormalige succestrainer overtuigde om Achter de Kazerne de eerste bladzijden van een groots opgevat succesverhaal te helpen schrijven. Canjels deed wat van hem werd verlangd. Hij loodste KV Mechelen meteen naar eerste klasse en bouwde een ploeg uit die meteen in de top-zes ging meedraaien met de forse Limburgse inbreng van o.a. Theo Custers, Raymond Jaspers, Mathy Billen, Yvan Hoste en 'veteraan' Jos Volders. Omdat het in de daaropvolgende campagne echter niet draaide zoals Cordier had verhoopt, betaalden Canjels én Bastijns in januari '85 het gelag. Canjels werd afgelost door Ernst Künnecke, die zelf al snel de baan zou moeten ruimen voor Aad de Mos. Het vervolg is bekend: KV Mechelen stootte naar de top door, werd kampioen en won de Europabeker voor Bekerhouders, maar moest terug naar af nadat mecenas Cordier eieren voor zijn geld koos. Ondertussen was Leo Canjels gaan herbronnen in tweede klasse bij achtereenvolgens Eendracht Aalst (85-87), opnieuw Patro Eisden (87-89) en FC Boom (89-90). Zijn laatste trainersklus werkte Canjels in derde klasse af bij Overpelt Fabriek (1990-93). Op zijn 60ste hield hij het als trainer voor bekeken. Leo Canjels is nadien met zijn echtgenote Truus nog een hele tijd in België blijven wonen, in het Limburgse Eksel. Pas in 2005 vestigde hij zich weer boven de grens, in Etten-Leur. Na het overlijden van zijn echtgenote keerde Leo Canjels begin 2010 naar Breda terug, waar hijzelf in de nacht van 25 op 26 mei 2010 rustig ontsliep.

Overige nieuwsberichten