Berichten voor Princenhage
  Nieuwsarchief
  Evenementen
  Zoek winkel of onderneming
  Uitgaan en eten
  Winkelen in België/Frankrijk
  Princenhage in foto's
  Kerkelijk leven, moskee
  Weerberichten
  RECLAMEFOLDERS
  Albert Heijn
  Aldi Supermarkt
  Dirk van den Broek
  Etos Princenhage
  ISPC-Hanos
  Jumbo
  Lidl Prinsenbeek en Breda
  Makro aanbiedingen
  Sligro folders
  Winkelhart Etten-Leur
  Apotheken
  Banken/geldautomaat/Mr Cash
  Bibliotheek, digitheek
  Brandweer
  Dierenzaken
  Dokters, geneesheren, tandarts
  Gas en licht, energie
  Links naar andere sites
  Gemeente, afval, zorg, vervoer
  Internet, WiFi
  Musea
  Onderwijs, kinderopvang
  Politie
  Postkantoor
  Sport / recreatie
  Televisie kijken
  Verenigingen, sociaal werk
  Wonen in Princenhage
  Wijkraden in de omgeving
  Wijkblad-Lapteen-De Stem
  Princenhage in een notedop
  Colofon
  Genealogie Kuipers
  Zonwering Breda Nooren van der Avoird

 

 

 


De schatten van Jo Sommen in de kapel van Prunet


Van evacuee tot eenzaam herder voor God”. Zo kan het leven van Jos Sommen worden verteld.

DOOR RINIE MAAS

De vijf broers Sommen wijken 12 mei 1940 uit naar Frankrijk. Ze melden zich aan bij het Britse leger. Dat ze op dat moment niet kan gebruiken. Ze keren in 1945 terug naar vaders smederij in de Oosterstraat 3. (later 120). Jos heeft een aangewakkerd vuur in zijn hart. Hij heeft een ‘late roeping’. Jos kan niet wennen tussen de seminaristen van 12 jaar. En mag vanuit Hoeven terug naar Frankrijk.

Armoede
Jos Sommen (32) biecht op dat hij het seminarie niet helemaal ‘cum laude’ heeft doorlopen. De bisschop vraagt hem uit hoeveel personen bestaat God? Recht uit zijn hart zegt de priester in wording: 4. Wie is die 4e vraagt de bisschop van Perpignan? De moeder van Jezus, de H. Maria, zegt Jos. “Geslaagd!” antwoordt de bisschop ontdaan door zoveel vroomheid. Terwijl hij denkt: ‘die vogel stoppen we niet tussen die theologische betweters in de stad maar in een gat in de Pyreneeën. Bij de geitenhoeders die alles begrijpen wat vreemd is.’ En hij wordt in 1948 door monseigneur tot priester gewijd. Om de juistheid van zijn beslissing te testen plaatst de bisschop hem in Thuir. Na een paar jaar wordt hij benoemd tot pastoor van Boule D’Amont. Hij bedient een zestal kerkjes. Dat doet hij per motor. De streek is erg armoedig. De tegenstelling van de rijke wijnboeren en de arme bergbewoners komt scherp naar voren. Het is er armoe troef. Jos Sommen vindt dat hij, ten voorbeeld van allen, nog armoediger en eenzamer moet leven. Hij betrekt in 1951 La Chapelle de la Trinité. Niet eens een gehuchtje maar een verwaarloosde kapel met een wegwerker als buurman.

Waterput
En een doodlopende weg die er naar toe leidt. Verlatenheid, eenzaamheid en niet het geringste comfort waardoor hij dicht bij de bergbewoners staat. Edu Schol: “Zijn eerste werkje was het graven van een waterput. Maar als je geen verstand hebt van hoe de waterstromen in die Pyreneeën lopen dan gebeurt het dat je op een compleet verkeerde plaats graaft. De communistische buurman laat hem aanrotsen; krijgt medelijden en maakt hem erop attent dat het grondwater in de Pyreneeën, eeuwenoude bergen, die de wijsheid van een oud volk hebben, zich anders verzamelt. In de plooi tussen twee rotsen heeft Jos succes. Zuiver wellend water. Met de kracht van een Heracles leidt de keienbeul het water door een uitgehouwen loop van vele meters naar het Romaanse bouwwerk. De duivenpoep spoelt hij eruit. Hij vult het wijwatervat, zegent het en prevelt het kruisgebedje. “Ik ga de kerk opnieuw bouwen, letterlijk”, denkt Jos fel en enigszins ijdel. “Net als St. Franciscus in zijn tijd.”

Katharen
Wat een onderkomen canaille. Maar wel een Godshuis; getuigenis van de Romaanse bouwkunst in het land van Kruisvaarders en Katharen. “Hoe verstofter, hoe mooier en belangrijker”, bedenkt onze pastoor als hij ziet wat hij moet slopen en breken en opbouwen om de kerk weer toonbaar te maken. Hij spreekt zich moed in. Want het is nodig van spieren kabels te maken wil hij beul en bouwer zijn. “Bouwer moet ik zijn”, overweegt Jos Sommen ernstig. Alles wat hier verslonst en bijna vergaan door mijn handen gaat moet van ongekende schoonheid zijn geweest. En…op dat moment staat de pastoor oog in oog met de Christus aan het kruis die lijkt te zeggen: “Kijk mij eens aan goede vriend”. De pastoor, die op de motor (later solex) overal de bewoners in de bergen een hart onder de riem steekt, heeft inmiddels elektriciteit aangebracht. Hij zet het licht van de bouwlamp vol op het crucifix. Onder de geloken wimpers kijken twee ogen van de Gekruisigde hem in alle rust aan.

Kruisbeeld
Vanaf dan gunt hij zich nauwelijks rust om de kerk in zijn oorspronkelijke staat te brengen. De communist ziet hoe jaar na jaar, en dag na dag, uit de grond precies hetzelfde prachtige en intieme kerkje ‘wast’ als een lente-boom zoals zijn voorouders dat hebben gekend. Een wonder! Nu het dak er weer op zit en de duiven hooguit nog in de gerestaureerde klokkentorens kunnen landen besluit de pastoor het nog altijd door het gevogelte enorm vervuilde Christusbeeld ter hand te nemen. In huis en in de smederij aan de Boschstraat en Oosterstraat heeft Jos nooit anders dan de ten hemel gerichte, smekende blik van de lijdende Christus gezien. Wat hij in zijn handen houdt slaat alles. Het is bij nader inzien een eeuwenoude triomferende Christus. Een historisch kunstwerk uit de 11e eeuw. Meegebracht uit het oosten door de kruisvaarders die op de top van de berg een kasteel hadden.

(Wordt vervolgd...)

Kijk hoe hij een Romaanse bouwval veranderde in een een prachtige kerk:


Overige nieuwsberichten