Berichten voor Princenhage
  Nieuwsarchief
  Evenementen
  Zoek winkel of onderneming
  Uitgaan en eten
  Winkelen in België/Frankrijk
  Princenhage in foto's
  Kerkelijk leven, moskee
  Weerberichten
  RECLAMEFOLDERS
  Albert Heijn
  Aldi Supermarkt
  Dirk van den Broek
  Etos Princenhage
  ISPC-Hanos
  Jumbo
  Lidl Prinsenbeek en Breda
  Makro aanbiedingen
  Sligro folders
  Winkelhart Etten-Leur
  Apotheken
  Banken/geldautomaat/Mr Cash
  Bibliotheek, digitheek
  Brandweer
  Dierenzaken
  Dokters, geneesheren, tandarts
  Gas en licht, energie
  Links naar andere sites
  Gemeente, afval, zorg, vervoer
  Internet, WiFi
  Musea
  Onderwijs, kinderopvang
  Politie
  Postkantoor
  Sport / recreatie
  Televisie kijken
  Verenigingen, sociaal werk
  Wonen in Princenhage
  Wijkraden in de omgeving
  Wijkblad-Lapteen-De Stem
  Princenhage in een notedop
  Colofon
  Genealogie Kuipers
  Zonwering Breda Nooren van der Avoird

 

 

 


In Memoriam: Gerard de Roos

Bij de uitvaart van Ger de Roos was de belangstelling overweldigend, maar de techniek zat niet helemaal mee. De geluidsinstallatie in de Martinuskerk weigerde in het begin dienst waardoor velen de mooie woorden misten die pastor Geerten Kok uitsprak tijdens de dienst.

Velen betreurden dit en daarom vindt u hieronder de integrale tekst terug zoals die werd opgetekend. Klik op meer... onder de foto.


Clasine, Gerard en Jacqueline,
Anita en Gijs, Rene en Margriet
en jullie kinderen,
en u, familieleden, vrienden en bekenden van Gerard de Roos
echtgenoot van Clasine Baayings
 
Het overlijden van uw man en jullie vader en grootvader brengt ons hier vanmiddag bijeen. Hier willen we hem nog eenmaal in ons midden hebben voordat we hem gaan begeleiden op zijn laatste weg om hem echt uit handen te geven. Hier, verzameld rondom hem, willen we ons hem herinneren, door ons heen laten gaan wie en hoe hij was, en wat hij voor ons betekende. Enkele woorden kunnen wellicht helpen bij het oproepen van onze eigen herinneringen aan Gerard de Roos.
 
Gerard werd geboren aan de Haagweg, waar hij bijna heel zijn leven heeft gewoond. Hij werd geboren in een hecht gezin, met een stevige familieband, waarin ieder kind zijn eigen karakter vormde en waarin de onderlinge band gekoesterd werd. Gerard wist zich thuis in zijn familie en onderhield met plezier de band met zijn ouders, broers en zussen. Hij kon goed vertellen over vroeger en over avonturen die hij als kind in Princenhage beleefd had. Hij kreeg verkering met Clasine Baayings en hij bouwde met haar een hechte band op, veilig en vertrouwd. De eerste jaren van hun huwelijk woonden zij aan de Ginnekenweg, maar na enkele jaren keerden ze terug naar de Haagweg. Daar voelde Gerard zich thuis, hij was verweven en vergroeid met de gemeenschap en met de mensen en activiteiten hier. Hier had hij ook zijn werk, in de zuivelfabriek van zijn familie, later mee gegaan in de Martinus. Hij had een leidinggevende functie en hij deed zijn werk met overtuiging en met plezier. Maar toen hij veertig dienstjaren had kon hij zijn werk ook goed loslaten en met zijn vrouw genieten van de vrije tijd.
 
Gerard was vader geworden. Hij hield van zijn kinderen. Jullie herinneren je hoe je met hem kon stoeien, maar ook hoe hij een vader was die opvoedde, die de goede leefregels doorgaf en die je telkens stimuleerde. Hij hield van wat vertrouwd was, van hoe het hoorde, en het waren eigenlijk zijn kinderen die hem stimuleerden om meer vrijuit te leven, en steeds makkelijker kon hij ook laten zien hoe hij van hen hield en hoe hij trots was op hen. En hij vond het heerlijk om te zien dat het leven doorging, hij vond het heerlijk om opa te zijn en hij genoot van zijn kleinkinderen.
 
Gerard was een mens die kon genieten: de vakanties met zijn gezin, vele jaren naar Oostkapelle, later ook naar het buitenland, wandelingen en fietstochten met zijn vrouw, genieten van zijn duiven, waar hij als klein kind al van was gaan houden, genieten van biljart en kaartspel. Hij had voor zichzelf geen grote luxe nodig, maar hij hield van contacten met mensen, en hij droeg graag zijn steentje bij in de gemeenschap. Zo had hij vele jaren lang een eerbiedwaardige rol in het St Nicolaascomite van Princenhage. Ook thuis hield hij die traditie in ere. Hij kon gedichten maken als de beste en had vaak zelf de meeste pret daarbij. Hij had humor, kon goed lachen, maakte makkelijk contact, leefde ontspannen en met plezier.
 
En hij leefde ook met uur en tijd. Dat had in de fabriek altijd gemoeten, maar het paste ook in het leefpatroon met zijn vrouw Clasine. Vaste dagen om samen het huis te doen, ieder met zijn eigen taak. Tafel dekken voor het ontbijt de volgende morgen, niet slapen gaan zonder het avondgebed, niet weggaan zonder groet…
 
Twee jaar geleden moest Gerard naar de dokter. Zijn conditie was niet goed, er waren soms klachten. Het bleek dat zijn hart erg zwak was, zo zwak dat er geen behandeling mogelijk zou zijn. Vanaf dat moment wisten jullie en wist hij dat het leven kwetsbaar was. Gerard leerde dat accepteren en leerde leven met de beperkingen die hij soms voelde. Hij bleef genieten van wat goed was, fietsen met Clasine, de zorg voor zijn duiven, biljarten en supporteren bij Groen-Wit. En hij wist dat er veel was om dankbaar voor te zijn.
 
Afgelopen zaterdag hadden jullie plannen om naar de stad te gaan. Eerst zou hij nog de duiven doen en zouden jullie nog een kopje koffie doen. Toen je terug kwam van de bakker vond je hem in de tuin. Hij was onwel geworden. Hulp was snel ter plaatse, maar kon niet meer baten. Die zaterdag, 6 januari, overleed Gerard de Roos.
 
Je hield hem thuis, waar hij hoorde, waar velen hem nog kwamen groeten. En vanuit zijn huis heb je hem hier gebracht, waar we hem nog eenmaal in ons midden hebben voordat we hem gaan begeleiden op zijn laatste weg.
 
Hier spreken we woorden om ons hem te herinneren, want ook al is zijn lichaam gestorven, we willen dat zijn beeld blijft leven in ons hart. Hier spreken we van wat ons bezig houdt vanwege zijn overlijden, van onze gevoelens van verlies en gemis, van onze gevoelens van respect en waardering voor de wijze waarop hij leefde, en ook van onze dankbaarheid voor de liefde die hij gaf en voor de liefde die hij mocht krijgen.
 
Zo zoeken we hier ook naar woorden van geloof. Die passen bij deze ruimte, waar we ons verwonderen over het leven. Waar komen mensen vandaan, waar gaan we uiteindelijk naar toe..
Maar woorden van geloof en verwondering werden ons ook aangereikt in de lezingen die we zojuist hoorden, waar we ook Gerard in konden herkennen.
 
De eerste lezing was een tekst van Toon Hermans. Gerard was een groot bewonderaar van Toon Hermans. Hij hield van zijn vriendelijke humor, had plezier om zijn teksten, waardeerde zijn gedichten. Toon Hermans had het vermogen om met een knipoog en met welgekozen woorden het leven op te tillen uit het alledaagse, het geheim van het leven te raken. We kunnen Gerard herkennen in het gedicht dat Anita voorlas, zoals hij fluitend op de fiets thuis kwam van zijn werk, maar we herkennen ook de verwondering over het leven: er is ‘iets’ dat in de mens leeft, dat de mens doet leven, dat groter is dan mensen zijn.
 
Want als mijn tikje niet meer slaat,
dan staat mijn ‘ikje’ stop,
maar het grote ‘iets’ dat blijft en blijft,
het ‘iets’ dat houdt niet op….
 
Hoe bijzonder klinken deze woorden nu we afscheid nemen van Gerard de Roos.
 
Het sluit aan bij de woorden van de tweede lezing, uit het boek Prediker. Prediker was een filosoof, die zocht naar de zin van het bestaan. Hij schouwde het leven en zag hoe het leven van mensen zich voltrekt in al die tijden die komen en gaan, al die momenten van werken en ontspannen, van vreugde en verdriet, van rouw en van dans.
Maar niet de afwisseling van tijden geeft zin aan het leven, ziet Prediker. Zin, betekenis, krijgt het leven als de mens het leven ook kan genieten.
 
Dat heeft Gerard gekund: genieten van wat hij heef bereikt, genieten van de gewone dingen, van het vertrouwde in zijn omgeving, van de band met zijn vrouw en kinderen en kleinkinderen, van zijn hobby’s en zijn duiven. Zo, geproefd en genoten, geeft hij zijn leven terug nu het is voltooid.
Want ook dat roept die tekst van Prediker op. Al die tijden die komen en gaan: ze lijken op de getijden van eb en vloed, zij lijken op de zee. Zijn we zelf niet als de zee, als een golf die oprijst uit het water, uitgroeit, doorrolt en weer weerkeert? Zo krijgen we het leven van onze ouders, geven het door aan onze kinderen, geven het terug als alles is voltooid. En waar waren we voordat we werden geboren, waarheen keren we als alles is voltooid? Was er is er niet dat ‘íets’ dat blijft en blijft… Was er geen bron van liefde die ons kende, nog voor we werden geboren, is er geen zee van liefde die ons ontvangt, als alles in voleind?
 
Ik kom en ga, dichtte Toon Hermans. Tijden van komen en gaan, weet prediker. Zo zijn mensen mensen van de tijd. Hoe bijzonder spreken we in dat verband van onze overledenen. Van iemand die overleden is zeggen we wel eens dat hij of zij uit de tijd is.
 
Onze uren en dagen, onze weken en jaren tellen niet meer voor hen. Ze zijn over de grens van de tijd, in het land waar de tijd niet telt. Het land buiten de grens van de tijd: is dat niet het land van eeuwigheid, waar tijd niet telt, maar waar enkel licht is en liefde? En dat blijft en blijft… en houdt niet op…
 
Wees welkom in dat land, Gerard, wees in licht en liefde,
wees er in de eeuwigheid van God.
 
En laten onze gebeden jou vergezellen.
 

Overige nieuwsberichten