Positie van de Wijk- en Dorpsraden 1. Historie In het persbericht van de gemeente Breda van 16 juli 2010 staat dat het College van Burgemeester en Wethouders heeft besloten de status aparte van de Wijk- en Dorpsraden op te heffen. In het persbericht wordt gemeld dat dit besproken is met de Wijk- en Dorpsraden in een kennismakingsontbijt met B&W op 6 juli 2010. Elk van de 26 Wijk- en Dorpsraden mocht daar met één persoon vertegenwoordigd zijn om in één uur kennis te maken met het nieuwe college! De Dorpsraad Prinsenbeek heeft daarom bewust van een kennismaking op die basis afgezien en dus niet mee ontbeten. Dat er tijdens die kennismakingsbijeenkomst zou worden gesproken over de positie van de Wijk- en Dorpsraden is een volslagen verrassing. Door sommige vertegenwoordigers van Wijk- en Dorpsraden, die wel aanwezig waren wordt zelfs ontkend dat het ter sprake is geweest. Wij zien ook niet in hoe Burgemeester en Wethouders uit de bijeenkomsten met de Wijk- en Dorpsraden uit het afgelopen jaar de rechtvaardiging destilleren om die instituten te ontdoen van hun aparte status. Dat is toen niet aan de orde geweest, net zo min als de gevolgen van een dergelijk besluit voor de relatie met het gemeentebestuur. Uit het persbericht blijkt dat de consequenties van het opheffen van de status aparte in ieder geval een effect heeft op de wijze van subsidieverlening aan de Wijk- en Dorpsraden en dat de overige consequenties later dit jaar nog besproken moeten worden. Overigens is dit de tweede keer dat de status van de Wijk- en Dorpsraden aan de orde komt. Ook in 2003 heeft een vorig College de status willen wijzigen. Toen is er door de Dorpsraad Prinsenbeek mondeling en schriftelijk fel geprotesteerd en uiteindelijk is het plan niet uitgevoerd. Het bovenstaande is het zoveelste voorbeeld van een gebrekkige, onvolledige en ondoordachte communicatie tussen Gemeentebestuur en de Wijk- en Dorpsraden. In de afgelopen jaren is communicatie al verschillende keren aanleiding geweest voor kritiek en extern onderzoek. Aanbevelingen zijn wel ter harte genomen maar hebben nooit tot wezenlijke, structurele verbeteringen geleid. Sommige van de Colleges van Burgemeester en Wethouders die sinds 1997 aan het roer stonden hebben, zo niet in woord dan toch in elk geval in hun houding, laten blijken dat ze de 26 Wijk- en Dorpsraden eigenlijk meer als ballast dan als nut zien. 2. Wat is die aparte status van de Wijk- en Dorpsraden? In 1997 was de gemeentelijke herindeling een feit. Toen heeft de gemeente een convenant Eenheid in Verscheidenheid ondertekend waarin werd bepaald dat de (toen) 25 Wijk- en Dorpsraden een vaste gesprekspartner van de gemeente zullen zijn. Dat is verankerd in de inspraakverordening Breda 1998 die op 27 november 1997 door de Gemeenteraad is vastgesteld en sinds 1 januari 1998 van kracht is. Die verordening is de belangrijke onderlegger voor de relatie tussen het gemeentebestuur en de Wijk- en Dorpsraden. Bij de inspraakverordening hoort een bijlage waarin die Wijk- en Dorpsraden met naam en toenaam worden genoemd die formeel erkend worden omdat zij toen voldeden aan de gestelde voorwaarden. Van enige controle door de gemeente of de nu bestaande Wijk- en Dorpsraden nog steeds aan die voorwaarden voldoen is al die jaren niets gebleken. In de verordening staat dat een erkende Wijk- of Dorpsraad advies gevraagd zal worden over het voornemen tot en de uitvoering van beleid, inrichting- en beheersplannen die het algemeen belang van het dorp of de wijk betreffen. Sinds de invoering van het dualistische stelsel in 2003 is het aan de Gemeenteraad om advies te vragen aan de Wijk- en Dorpsraden over voorgenomen beleid. Het College van B&W heeft alleen een uitvoerende verantwoordelijkheid. Vanuit de Dorpsraad Prinsenbeek is hier regelmatig mondeling en schriftelijk op gewezen omdat dit ook van invloed is op de relatie met het gemeentebestuur. Het heeft veel te lang geduurd voordat deze scheiding van verantwoordelijkheden heeft doorgewerkt richting de Wijk- en Dorpsraden. Uiteindelijk is er een zekere vorm van gestructureerd overleg met zowel de Gemeenteraad als met het College gevonden. 3. Wat betekent de opheffing van de aparte status van de Wijk- en Dorpsraden? Het College van B&W wil de aparte status van de Wijk- en Dorpsraden opheffen door de inspraakverordening uit 1998 en het daaraan ten grondslag liggend convenant Eenheid in Verscheidenheid uit 1997 te verscheuren. En dat allemaal zonder enige vorm van overleg. De moderne vorm van communicatie: Take it or shake it! Daarmee vervalt de formele erkenning van de Wijk- en Dorpsraden en hun speciale positie in advies- en overlegprocessen binnen de gemeente. Het gemeentebestuur hoeft de Wijk- Dorpsraden dus niet meer om advies te vragen. En daar was het nu net om te doen, zeker wat betreft de randdorpen, de slachtoffers van de herindeling. Het gestructureerde voor- en najaarsoverleg met de wethouder en de ambtelijke staf zal komen te vervallen. Of het overleg met de Gemeenteraad over de kadernota vervalt, is niet zeker maar wel waarschijnlijk. De formele basis voor de jaarlijkse subsidieverlening aan de Wijk- en Dorpsraden, die er sinds 1998 is geweest, verdwijnt ook. Die subsidie bestaat nu nog uit een basissubsidie voor bestuurs-, advies- en vergaderkosten en een activiteitensubsidie op basis van het aantal inwoners. In de nieuwe situatie zullen subsidies aan Wijk- en Dorpsraden toegekend worden op basis van een gedetailleerd actieprogramma met bijbehorende begroting zoals dat voor alle instanties en organisaties geldt die voor een gemeentesubsidie in aanmerking willen komen. Dit wordt door het huidige gemeentebestuur verkocht als het z.g. level playing field, wat het in feite niet is en nooit zal worden. Want er spelen ongelijke spelers op namelijk spelers die het algemeen belang dienen (Wijk- en Dorpsraden) en spelers die een enkel specifiek belang dienen (bijvoorbeeld sportverenigingen, harmonieën, SOB, gehandicaptenplatform). 4. Het effect voor de Dorpsraad Prinsenbeek. 4.1. Geen formele erkenning meer De formele erkenning door de gemeente van de Dorpsraad Prinsenbeek als vertegenwoordiger van het algemeen belang van de bewoners en als spreekbuis met de Gemeente is het fundament onder haar bestaan. Dit is vastgelegd in de genoemde inspraakverordening uit 1998 en de statuten van de Stichting die nota bene formeel moesten worden goedgekeurd door het Gemeentebestuur en pas daarna konden worden gepasseerd bij de notaris! De statuten zijn in 2008 nog aangepast (weer met goedkeuring van de gemeente) aan de veranderde verantwoordelijkheden sinds de invoering van het duale stelsel in 2003. Zonder inhoudelijke argumenten en zonder enige vorm van overleg trekt het College van Burgemeester en Wethouders vervolgens het vloerkleed onder de Dorpsraad uit. Dat is ongehoord! Zolang de Dorpsraad zichtbaar het algemeen belang en niet persoonlijke belang dient, zich apolitiek opstelt en representatief is samengesteld zijn er geen redenen voor een dergelijke, rigoureuze maatregel. Representativiteit moet aangetoond worden. De Dorpsraad Prinsenbeek doet dat door de samenstelling regelmatig aan de hand van vaste, meetbare criteria te beoordelen. De resultaten van die beoordeling worden gepubliceerd op de website, samen met andere basisdocumenten over visie, speerpunten, werkwijze en taakverdeling. Gelet op wat de inspraakverordening uit 1998 zegt over advies vragen door het gemeentebestuur moet de conclusie zijn dat daar de laatste tien jaren eigenlijk nauwelijks sprake van is geweest. Het was meer ongevraagd advies geven door de Dorpsraad. Zeker is dat met het wegvallen van die inspraakverordening de Dorpsraad Prinsenbeek het proces van beleidsvorming binnen de gemeente nog alerter moet volgen om waar nodig tijdig ongevraagd advies te kunnen uitbrengen. Dit geldt voor kadernota’s, beheersplannen, structuurvisies, bestemmingsplannen etc. Maar door het ontbreken van de formele erkenning van de Dorpsraad en het algemeen belang dat zij dient leggen de commentaren en adviezen geen extra gewicht meer in de schaal. 4.2. Subsidieverlening Een deel van de activiteiten van de Dorpsraad Prinsenbeek vallen nu onder de basissubsidie zoals - besloten en openbare vergaderingen - huisvesting - publiciteit - representatie - klankbordgroepen (WZP, Markt, Breda Noord) - werk- en adviesgroepen ( Hart voor je Buurt, HSL/A16, risicocommunicatie) - gevraagde en ongevraagde adviezen uitbrengen - vragen en problemen van bewoners behandelen Daarnaast zijn er ongeveer 15 initiatieven en meerjarige projecten die onder de activiteitensubsidie vallen zoals
- nieuwjaarsbijeenkomst - evenementenborden - schouw - jeugdraad - beheer dierenweide OVER-BOS etc. Het werkplan, de begroting, het jaarverslag en het financieel verslag dat de Dorpsraad elk jaar indient bij de gemeente geeft alle informatie over de activiteiten van de Dorpsraad Prinsenbeek. Nog nooit is op de inhoud ook maar de minste reactie van de gemeente gekomen. Op basis van de documenten werd steeds de subsidie aan het begin van het jaar verleend en vervolgens op basis van de jaarstukken vastgesteld. Het zal ervan afhangen hoe in de nieuwe situatie de subsidie voor bestuurs-, advies- en vergaderkosten worden bepaald, of ze überhaupt nog wordt verleend en wat de criteria zijn voor projecten en initiatieven om in aanmerking komen voor een subsidie. Met andere woorden wat betekent: dat subsidies gebaseerd worden op activiteitenniveau, zoals dat in het persbericht staat? Nog meer werk en veel recycle, dat is wel duidelijk. Ir G.M.P. Brogtrop 23 oktober 2010 |